Pioen 'Elizabeth, Queen of the Belgians'

Paeonia lactiflora 'Elizabeth Queen of the Belgians' is een heerlijk geurende pioenroos. Talrijke zacht roze zilver gestipte bloemblaadjes ontvouwen zich langzaam tot een grote bolvormige bloem. Een stevige en bloemrijke groeier. De imposante bloemen kunnen enige ondersteuning gebruiken, maar dit is zeker meer dan de moeite waard. Deze opmerkelijke verschijning vormt een mooi focuspunt voor een inspirerend bloemstuk of tuin. 

Koningin Elisabeth, grootmoeder van koning Albert II van België, kreeg haar naam van haar vaders' zus, keizerin Elisabeth van Oostenrijk, beter bekend als Sisi. Haar groot hart en liefde voor de kunst maakten van haar de persoon bij uitstek om beschermster te worden van de Koningin Elisabethwedstrijd. Deze befaamde internationale wedstrijd voor jonge getalenteerde muzikanten viert zijn 75st verjaardag in 2012. 

Terug in de tijd: Ter gelegenheid van het naoorlogse bezoek van koning Albert, koningin Elisabeth en hun zoon prins Leopold aan de Verenigde Staten van Amerika in 1919, introduceerde James Farquhar de pioenen 'Albert, King of the Belgians' in 1919 en 'Elizabeth, Queen of the Belgians' in 1920. 

Het koninklijk gezelschap werd met veel enthousiasme verwelkomd. De reisroute bracht hen per trein van de Atlantische naar de Stille Oceaan en terug. Een bezoek aan de Niagara Falls en vele andere opmerkelijke plaatsen stonden op het programma. Uiteraard bezochten ze steden zoals Boston, New York e.a. en kregen overal veel lof, eer en aandacht. 

Een kleine meid schreef: 

'Dear Madam Queen: I am a little American girl. I go to a school on a mountain covered with pines. I heard that you were going to Washington. I hope that you will also come to see me in my school. I know a great many things and I will tell them to you. I helped to make clothes for the Belgian children during the war. I prayed for you alot. My sister prayed too. I have never been to Washington. I am ten years old. My sister is eight. Goodbye.'

De veredelaar: James F. Farquhar werd geboren in Fyvie, Schotland, en leerde het vak van zijn vader, hoofdtuinman op Fyvie Castle in Aberdeenshire. Na zijn komst naar Amerika was hij enige jaren hoofdtuinier van het Forest Hills Cemetery, in Boston, Massachusetts. Samen met zijn broer richtte hij in 1882 de firma R. & J. Farquhar Company op, in Boston, en was tot kort voor zijn dood in mei 1921 nauw betrokken bij het bedrijfsleven. 

De ontdekker: De pioen werd voor zover bekend nog nooit gekweekt op Belgische bodem. Ze werd teruggevonden door Donald Hollingsworth, een legendarische inspiratiebron voor elke pioenliefhebber.

Geregistreerd in 1928.